Belangen(organisaties)
[icon color=”#00c947″ size=”20px” target=”_blank” name=”awesome-ok-circle”] Binnen de Nederlandse arbeidsverhoudingen verschillende belangen en belangenorganisaties herkennen.
Werkgevers en werknemers werken binnen een bedrijf of organisatie samen om dingen te bereiken die zij beide belangrijke vinden, zoals: het verkopen van een product, het leveren van een service, het creëren van een prettige, veilige werksfeer etc. zij hebben dus gedeelde belangen.
Werkgevers en werknemers hebben daarnaast vaak ook verschillende belangen, die met elkaar kunnen botsen. Enkele voorbeelden zijn:
Werkgever | Werknemer |
---|---|
Lage kosten | Goed inkomen |
Deadlines halen | Fijne werktijden |
Als werknemer kun je dan naar een vakbond toe te stappen. Dat is een organisatie (vereniging) waar je als werknemer lid van kunt worden (door maandelijks contributie te betalen) en die jou kan helpen om voor jouw belangen, óf die van een grote groep werknemers, op te komen. Zo kunnen ze bijvoorbeeld advies geven, helpen dingen uit te praten met de werkgever en gratis juridische bijstand (advies, advocaat) geven. Er zijn verschillende vakbonden voor verschillenden beroepen: zo is ‘FNV Kiem’ er voor mensen die in de grafimedia en creatieve sector werken en de ‘Algemene Onderwijsbond’ voor mensen die in het onderwijs werken.
Voor de werkgevers komen werkgeversorganisaties op. Zij ondersteunen werkgevers vooral als er nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst (CAO) wordt gemaakt, dat zijn schriftelijke afspraken over arbeidsvoorwaarden zoals loon, vakantiedagen en betaling van overwerken. Vaak onderhandelen de overheid, werkgeversorganisaties en vakbonden eens per (paar) jaar over een nieuwe CAO, bijvoorbeeld een nieuwe CAO voor alle buschauffeurs. Werkgeversorganisaties en vakbonden handelen dan voor de belangen van hun achterban (werkgevers en werknemers), terwijl de overheid kijkt wat zij vind passen bij de plannen voor het land (en geld wat beschikbaar is, als de overheid mee betaalt).
Werkgevers(organisaties) en werknemer (vakbonden) noem je samen ook wel de sociale partners.
Pressiemiddelen
[icon color=”#00c947″ size=”20px” target=”_blank” name=”awesome-ok-circle”] Aangeven welke middelen er zijn om voor belangen op te komen in overleg- en conflictsituaties.
Werkgevers en werknemers kunnen pressiemiddelen inzetten (druk uitoefenen) om hun zin te krijgen. Bijvoorbeeld als werkgevers vinden dat hun werknemers niet goed functioneren of bijvoorbeeld als werknemers meer loon willen.
Voorbeelden van pressiemiddelen van werknemers zijn:
• Naar de vakbond toe stappen
• Actie voeren: publieke acties (spandoeken), stiptheidsactie (wordt stipt volgens de voorschriften gewerkt zodat er vertragingen ontstaan)
• Staken (onderbreken werk)
• Naar de rechter toe stappen
Niet alle pressiemiddelen kun je individueel inzetten. Zo wordt staken meestal georganiseerd door een vakbond en kun je niet in je eentje gaan staken; je komt dan gewoon niet opdagen voor je werkt en je werkgever mag dan loon inhouden of je ontslaan als je dat vaker doet.
Voorbeelden van pressiemiddelen van werkgevers zijn:
• Mensen ontslaan
• Dreigen te korten op de arbeidsvoorwaarden (loon, vakantiedagen etc.)
• Dreigen het bedrijf te moeten sluiten als gevolg van een staking.