Fasen politieke besluitvorming, Invloed individuele burgers, Invloed groepen en organisaties en Functies media
Fasen Politieke Besluitvorming
[/ultimate_modal][ultimate_modal icon_type=”selector” icon=”Defaults-film” modal_contain=”ult-youtube” btn_size=”lg” btn_bg_color=”#00cd52″ btn_txt_color=”#ffffff” modal_on_align=”left” btn_text=”Oefenvragen” modal_size=”block” overlay_bg_color=”#444444″]Klik op de onderstaande om de oefenvragen van heel kerndoel 3 op een nieuw tabblad te openen.
Oefenvragen Politiek en Beleid kerndoel 3.
[icon color=”#00c947″ size=”16px” target=”_blank” name=”awesome-ok-circle”] Kunnen uitleggen op welke wijze overheidsbeleid tot stand komt.
Het tot stand komen van overheidsbeleid bestaat uit 4 fasen:
• Fase 1 – ontstaan wensen en erkennen als politiek probleem
Mensen of organisaties hebben een wens of constateren een probleem in de maatschappij. Als politici zich er mee gaan bemoeien, word het een politiek probleem: een probleem waar veel mensen last van hebben en waarbij de overheid of politieke problemen nodig zijn om het op te lossen. Politici of politieke partijen kunnen zelf ook een wensen komen. Als politici het probleem willen oplossen (en het bijvoorbeeld opnemen in hun partijprogramma) dan staat het op de politieke agenda.
Om zaken op de politieke agenda te krijgen, proberen pressie- en belangengroepen en burgers de publieke opinie (mening van iedereen) in beweging te krijgen. Daarbij spelen de massamedia een belangrijke rol. Dit lukt de een beter dan de ander, de een heeft dus meer invloed op het besluitvormingsproces dan de ander.
• Fase 2 – kiezen politieke problemen en bedenken oplossing
Politici bepalen welke problemen moeten worden aangepakt en prioriteit krijgen. Vervolgens bedenken zij een oplossingen voor het probleem. Als het kabinet, de gedeputeerde staten of het college van B en W met een oplossing komen dan noem je dat beleidsvoorbereiding: ze bereiden nieuw beleid (wetten of regels) voor.
Ambtenaren, die werken voor de verschillende ministeries, zijn hierbij erg belangrijk: zijn zijn vaak de échte experts (en de minister of staatssecretaris sturen hun aan). Daarom proberen pressie- en belangengroepen vooral ambtenaren te overtuigen van hun mening.
• Fase 3 – beslissen over probleem
Eerst nemen bestuurders (ministers, gedeputeerde, wethouders) een voorlopig besluit. Vervolgens kijken de volksvertegenwoordigers (parlement, provinciale staten, gemeenteraad) naar het besluit (en kan het recht van initiatief- en amendement worden gebruikt). Pressie- en belangengroepen proberen dan vaak nog invloed uit te oefenen. Zodra de volksvertegenwoordiging een besluit heeft genomen is deze fase afgelopen.
Het besluit is bijna altijd een compromis: alle partijen geven wat toe. Dit is noodzakelijk, omdat er een meerderheid nodig is – zo heeft bijvoorbeeld geen enkele partij in de Tweede Kamer een meerderheid: er wordt na de verkiezingen een coalitie gevormd. Het kabinetsbeleid is dus altijd een compromis.
• Fase 4 – besluit uitvoeren
Ambtenaren die voor de minister/gedeputeerde/wethouder werken zorgen voor de uitvoering van de wet of maatregel. Het kan daarbij zijn dat een besluit verschillend wordt opgevat door groepen, politici en ambtenaren.
Het tot stand komen van overheidsbeleid is nu niet definitief afgelopen. Er zijn altijd reacties uit de maatschappij (pressie- en belangengroepen, burgers etc.), dit noem je terugkoppeling. Dit kan leiden tot nieuwe besluitvorming.
Invloed individuele burgers
[/ultimate_modal][ultimate_modal icon_type=”selector” icon=”Defaults-film” modal_contain=”ult-youtube” btn_size=”lg” btn_bg_color=”#00cd52″ btn_txt_color=”#ffffff” modal_on_align=”left” btn_text=”Oefenvragen” modal_size=”block” overlay_bg_color=”#444444″]Klik op de onderstaande om de oefenvragen van heel kerndoel 3 op een nieuw tabblad te openen.
Oefenvragen Politiek en Beleid kerndoel 3.
[icon color=”#00c947″ size=”16px” target=”_blank” name=”awesome-ok-circle”] Herkennen en kunnen noemen welke invloed individuele burgers hebben op de politieke besluitvorming.
[icon color=”#444444″ size=”20px” target=”_blank” name=”awesome-user”] Mogelijkheden individuele burgers:
• Stemmen op de gemeenteraad, provinciale staten,
Tweede Kamer, Europees parlement
• Een politieke partij oprichten, er lid van worden of om hulp vragen
• Een belangen- of actiegroep oprichten, er lid van worden of om hulp vragen
• Indienen van een klacht of bezwaar bij de regering, het parlement,
het college van B en W of de gemeenteraad
• Gebruik maken van het spreekrecht tijdens een openbare bijeenkomst
• Naar de rechter toe gaan
• Een verzoek voor een referendum indienen
• Een burgerinitiatief (handtekeningenactie) beginnen. Landelijk heb je 40.000 handtekeningen nodig om deze aan en Tweede Kamerlid aan te bieden te laten bespreken in de Tweede Kamer.
• De inschakelen van de media
• Een klacht over een bestuursorgaan, politici, ambtenaar of de politie indienen bij de nationale ombudsman: een onafhankelijk persoon in Nederland die klachten van burgers over de politiek behandeld en actie onderneemt waar mogelijk en wenselijk. Dit is dus één persoon met zijn organisatie, voor heel Nederland.
Invloed groepen en organisaties
[/ultimate_modal][ultimate_modal icon_type=”selector” icon=”Defaults-film” modal_contain=”ult-youtube” btn_size=”lg” btn_bg_color=”#00cd52″ btn_txt_color=”#ffffff” modal_on_align=”left” btn_text=”Oefenvragen” modal_size=”block” overlay_bg_color=”#444444″]Klik op de onderstaande om de oefenvragen van heel kerndoel 3 op een nieuw tabblad te openen.
Oefenvragen Politiek en Beleid kerndoel 3.
[icon color=”#00c947″ size=”16px” target=”_blank” name=”awesome-ok-circle”] Herkennen en kunnen noemen welke invloed groepen en organisaties hebben op de politieke besluitvorming.
Kenmerken belangen- of pressiegroepen zijn:
• die groepen streven bepaalde belangen na
• voor die belangen proberen ze druk uit te oefenen op de politieke besluitvorming
[icon color=”#444444″ size=”20px” target=”_blank” name=”awesome-group”] Mogelijkheden belangen- of pressiegroepen:
• Openlijke actie, zoals een demonstratie, blokkades, vastketenen, consumentenstaking: deze acties zijn belangrijk vanwege beïnvloeding van de publieke opinie: de algemene mening van het volk.
• Overleg in adviesorganen, zoals bij de CAO onderhandelingen
• Lobbyen: contact maken met politici en hun beïnvloeden
Machtsmiddelen groepen of organisaties:
• Beschikking over kennis/ deskundigheid
• De omvang van de groep die zij vertegenwoordigen/ het aantal leden
• Financiële middelen
• Formele/ wettelijke bevoegdheden hebben
• Gezag/ charisma van personen/leidinggevende personen
• Toegang tot de media
• Toegang tot belangrijke politici/ invloedrijke personen
• Zitting hebben of deel uitmaken van adviesorganen van het bestuur/ de regering
Functies media
[/ultimate_modal][ultimate_modal icon_type=”selector” icon=”Defaults-film” modal_contain=”ult-youtube” btn_size=”lg” btn_bg_color=”#00cd52″ btn_txt_color=”#ffffff” modal_on_align=”left” btn_text=”Oefenvragen” modal_size=”block” overlay_bg_color=”#444444″]Klik op de onderstaande om de oefenvragen van heel kerndoel 3 op een nieuw tabblad te openen.
Oefenvragen Politiek en Beleid kerndoel 3.
[icon color=”#00c947″ size=”16px” target=”_blank” name=”awesome-ok-circle”] Herkennen welke rol de media heeft bij de politieke besluitvorming.
Functies van de massamedia voor democratische besluitvorming zijn:
• Aandragen van onderwerpen voor de politieke agenda
Problemen of wensen van uit de samenleving zichtbaar maken.
Bijvoorbeeld het nieuws, documentaires, reportages.
• Controleren van politici, massamedia als waakhond van de democratie
De burgers laten zien hoe politici hun werk doen, de kloof tussen beide verkleinen.
Bijvoorbeeld het vragenuurtje van de Tweede Kamer uitzenden, nieuws over politici.
• Burgers informeren over het overheidsbeleid
Nieuwe wet initiatieven of plannen, nieuwe wetten etc. kenbaar maken.
Bijvoorbeeld het nieuws, voorlichtingscampagnes van de overheid etc.
• Meningsvorming
Mensen helpen een mening te vormen, een partij te kunnen kiezen
Bijvoorbeeld: discussieprogramma’s